De Brits Korthaar

 

Door Klaas van der Wijk

 

Iedereen die de laatste jaren kattenshows heeft bezocht, zal het zijn opgevallen: het ras Brits Korthaar is enorm in aantal en kleuren toegenomen. In feite komen ze nu in alle kleuren voor, die ook bij de Perzen voorkomen n.l.

1. Klassieke kleuren (zwart, wit, blauw, chocolate, lilac, rood, crème, tortie)
2. Silvers (smoke, shaded silver, chinchilla, golden)
3. Tabbies (spotted, mackerel, blotched en ticked)
4. Colourpoints
5. Particolours

 

Natuurlijk is enige jaren geleden, door de schitterende tv- reclame voor kattenvoeding, de belangstelling voor dit ras extra vergroot, speciaal de kleuren blauw en black silver tabby.

Ik herinner me nog de opmerking van een bezoekster van de show, die voor mijn kooi met tabby Britten stond en mij vroeg: "Meneer waar zitten eigenlijk de raskatten?" In haar ogen was een tabby maar een gewone huiskat, die je overal op straat zag lopen.

Nee zo'n dikke blauwe kat, of een Siamees of een Pers, dat waren pas raskatten! Ik geloof dat de kennis van het ras Brits Korthaar bij het gewone publiek wel is toegenomen door de tv-reclame.

In feite zijn alle katten natuurlijk gewoon huiskatten. Door de voorkeur van fokkers voor bepaalde kenmerken zoals lichaamsbouw, haarlengte, oogkleur, karakter en vachtkleur zijn deze in de loop van vele generaties gewoon vastgelegd.

Het voordeel hiervan is, dat het uiterlijk en het karakter van een ras voorspelbaar is. Door deze voorspelbaarheid heeft elk ras en elke kleur binnen dit ras zo zijn eigen liefhebbers.

 

Vacht

De vacht van de Brits Korthaar moet kort en dicht zijn.

De vacht mag niet zacht van structuur zijn, maar moet wat de Engelsen noemen 'crisp' zijn. De kleur moet eenkleurig en tot op de huid doorgekleurd zijn.

Eenkleurige Britten vertonen in hun jeugd vaak een vaag tabbypatroon in hun vacht. We noemen dit verschijnsel "ghostmarkings" of spooktekening. In de meeste gevallen is die spooktekening (wanneer de kat volwassen is) verdwenen. Soms blijft het verschijnsel bestaan en dat is natuurlijk geen showkat.

 

Karakter

De Brit is een rustige, stoere, vriendelijke kat, die erg op zijn huisgenoten (de mens, de hond, de andere katten) is gesteld, maar toch zo zijn eigen gang gaat. Het is een echt gezellig huisdier, die er met zijn dikke dichte vacht als een knuffelbeer uitziet.

De Brit is rustig en heeft een zacht stemgeluid en eist niet voortdurend de aandacht op.

Omdat Britten in het algemeen niet zwerflustig zijn, zijn ze heel goed in huis en/of in een afgesloten tuin te houden. Toch is het een kat met een heel eigen wil. Als een situatie hem niet aanstaat, dan laat hij dat duidelijk merken. Indien nodig, werpt hij zijn gewicht en zijn spiermassa in de strijd en dan is het oppassen! Probeer hem maar eens tegen zijn wil een pil te geven.

Hoewel Britten rustige katten zijn, spelen ze graag met een balletje of met een propje papier. Ook kun je ze leren om te apporteren. Leuk spelletje voor mens en kat!

 

Geschiedenis

Het enige middel tegen overlast van ratten en muizen was vroeger een kat!

Daarom hebben de Romeinen reeds de kat in heel Europa geïntroduceerd. Gewoon om hun voedsel te beschermen. Ook op schepen werden katten voor dit doel gebruikt en via de schepen en handelsroutes is de kat over de hele wereld verspreid.

 

Toen men in de 19e eeuw in Engeland met tentoonstellingen van huisdieren begon, waren ook katten als onderdeel van die tentoonstellingen aanwezig. Men zocht de mooist gekleurde of getekende katten uit om mee naar een tentoonstelling te nemen. Ook had men toen al een voorkeur voor stevig gebouwde katten met een ronde kopvorm en kleine oortjes.

Toen in 1871 de eerste tentoonstelling ( Londen, Christal Palace) voor uitsluitend katten werd gehouden, bestond het grootste deel van de tentoongestelde katten uit Brits Korthaar en enkele Siamezen en Angora's. De huiskatten noemde men Brits Type, de Abessijnen, Siamezen, en Angora's: Foreign Type.

De initiatiefnemer was de kunstschilder en kattenliefhebber Harrison Weir. Harrison Weir beoogde met de tentoonstelling slechts één doel: de kat moest een alom geliefd dier worden, dat heel goed en liefderijk werd verzorgd! Als voorzitter van de National Cat Club schiep Harrison Weir standaarden voor de verschillende rassen, waaraan de perfecte exemplaren zoveel mogelijk moesten voldoen.

Toen al beschreef hij voor de perfecte Brit: een rond hoofd, kleine, ver uit elkaar staande oren, een stevig gespierd lichaam, een korte dikke vacht en dieporanje ogen zonder een spoor van groen.

De British Type Shorthair katten werden op het vasteland van Europa Europees Korthaar genoemd. In Frankrijk was een effen blauwe korthaar ontstaan uit huiskattenafstamming, die men Chartreux (Karthuizer) noemde. Deze situatie bleef hetzelfde tot in 1981. In Scandinavië was een groep standvastige fokkers, die mooie huiskatten op tentoonstellingen uitbrachten. Deze katten mochten echter niet gekruist worden met andere rassen (zoals Perzen).

Omdat men het op tentoonstellingen steeds moest afleggen tegen de Brits Kortharen die in dezelfde klassen uitkwamen, maar die een flinke scheut Perzenbloed voerden, besloot men, met toestemming van de FIFé, tot een scheiding van Europees Korthaar en Brits Korthaar.

Met ingang van 1 januari 1982 werd de naam Europees Korthaar toegekend aan katten die geen Perzen in hun stamboom voerden, terwijl de katten die wel Perzisch bloed in hun aderen hadden voortaan Brits Korthaar werden genoemd. Aanvankelijk leidde dit tot grote (naams)verwarring, want en passant werd er ook een verschil gemaakt tussen Europees Korthaar blauw, Brits Korthaar blauw en Chartreux (Karthuizer).

Voor die tijd werden Karthuizers en Blauwe Europese Kortharen door elkaar gefokt, nu kan dit niet meer. Het gevolg was dat een blauwe korthaar op de ene tentoonstelling als Brits Korthaar werd gedetermineerd en op de volgende tentoonstelling als Europees Korthaar of Karthuizer (Chartreux).

Deze verwarring heeft enige jaren geduurd, maar nu heeft de zaak zich gestabiliseerd en is er intussen duidelijkheid verschaft. De drie blauwe katten hebben nu allen hun eigen standaard en in de goede katten van het juiste type is het onderscheid duidelijk geworden. Inmiddels heeft de Algemene Ledenvergadering van de FIFé in 1992 besloten de naam Brits Korthaar te wijzigen in Brit.

 

De geschiedenis van de Britse kat in Nederland

De grondlegster van de Brittenfok in Nederland is Mw. Vis-Hulshof uit Hardinxveld. Ze had de catterynaam De Pleisterplaats. Mw. Vis had een poesje gekocht dat voortgekomen was uit een blauwe huispoes en een blauwe Perzische kater. Dit poesje, Bera van de Eilanden (geboren 1968), werd gedekt door de Franse Chartreux kater Puy Leveque d'Andeloya.

Ik kan me nog de opwinding herinneren die er in Felikat's korthaarland ontstond door de fok van Mw. Vis. Zij aarzelde namelijk niet om Perzen te gebruiken voor haar fok. Pas toen ze de Engelse Brits Korthaar blauwe kater Pensylva Gay Cavalier (1971) importeerde kwam er weer rust in de gemoederen. Dochters van Pensylva Gay Cavalier waren o.a. Helga van de Pleisterplaats en Josephine van de Pleisterplaats.

Cattery de Pleisterplaats had veel belangstelling gewekt voor de blauwe Brit en er volgden enkele belangrijke fokkers die veel voor hun ras deden. Nog een beroemde kater wil ik graag noemen: Adonis des Trois Continents. Hij was een zoon van de zwarte Tapalque Black Velvet die uit een kruising met een Pers was voortgekomen.Tegenwoordig is het niet meer nodig en gewenst om Britten met Perzen te kruisen.

Als gevolg van de belangstelling voor de blauwe Brit volgden vele importen, zowel uit Engeland als uit Amerika.

Andere kleuren verschenen, zoals de crème en de blauw/crème Britten. Belangrijke importen in die kleuren waren Westways Daphne door de fam. Kuipers van cattery Diaspora en de poes Westways Anne of Cleves door mw. Elmers. Hoewel de kleur crème heel moeilijk te fokken is, kwamen er uit deze poezen bijna streeploze "koele" crème katten voort.

Een beroemde kater was Beau van de Cornalijn van Mw. van Dijk-Blom. Beau van de Cornalijn was schitterend van kleur, zoals een echte crème moet zijn: egaal koel crème. Door de combinatie van de kleuren crème en blauw ontstonden er ook blauw/crème poezen. Deze poezen waren niet alleen heel belangrijk voor de kleur crème, maar ook voor de kleur blauw. De hiervoor besproken kleuren behoren alle tot effen kleuren. Hiertoe behoren de kleuren: wit, zwart, blauw, chocolate, lilac, rood en crème. Bij deze groep behoren ook de schildpadkleuren. Al deze kleuren hebben gouden of oranje ogen, behalve de witte exemplaren. Die komen ook voor met blauwe of met tweekleurige ogen (odd-eyed).

Eén van de mooiste kleuren in de Britten vind ik de kleur lilac. Deze kleur is in de jaren zeventig ontstaan uit de combinatie van blauwe Britten en een lilac Perzische kater. De cattery's Panda en Diaspora hebben de eerste schreden in deze kleurfok gezet. Uit zwarte Britten en Perzische lilacs en chocolates ontstonden de chocolate Britten. Er is destijds ook een lijn chocolates opgezet met behulp van een Oosterse chocolate poes.

Een nieuwe, nog niet erkende kleur is de cinnamon Brit. Deze kleur is in de Brit geïntroduceerd met behulp van een Oosterse cinnamon.

 

Tabby's

Silver Tabby

In de zeventiger jaren werden veel silver tabby's geïmporteerd.

Om er enige te noemen: Laxey Silver Rocket, een blotched silver tabby kater en Taishun Jewgeny, een spotted silver tabby kater.

Mw. Wols importeerde de silver tabby's Taishun Silver Cloud en Taishun Silver Belle, beide waren blotched.

Jewgeny dekte een blauwe Brit, die genetisch blotched was en verwekte bij deze poes de schitterende blotched silver tabby kater Coenderborgh's Call Me Gattopardo.

Voor meer informatie over de silvers zie het magazine van de rasclub Neocat Britten, nummer 3 van 2003.

 

Frits van Eeden, een Haagse kunstschilder, importeerde uit Amerika silver tabby's van de beroemde Soledad cattery. Deze American Shorthairs waren wat kleiner en ranker dan de Britten maar ze hadden een schitterende tekening en prachtige groene ogen. Van Eeden was niet bang om goede blauwe Britten in zijn katten in te fokken, die het type verbeterden, maar die wel een slechte invloed hadden op de oogkleur. Door met verstand en inzicht te fokken, wist hij echter het type van de silver tabby's te verbeteren en de mooie groene oogkleur van de Amerikanen te behouden! Door zijn vertrek naar Amerika gingen zijn beste katten naar cattery de Broeckloni van Ad de Bruijn, die uiteindelijk zijn mooie silver tabby's dankt aan het voorwerk van Van Eeden.

 

Black Tabby

De heer en mevrouw Polak van cattery Per Ha Neb Imenti, importeerden de prachtige kater Brynbuboo Dutch Boy. Helaas kwam een echte fok van black tabby's niet van de grond mede omdat de Polaks, door familieomstandigheden, stopten met fokken.

De blacktabby werd vroeger Brown tabby genoemd, omdat de grondkleur waarop het tabbypatroon a.h.w. ligt, warmbruin gekleurd moet zijn. Die warme grondkleur moet tot aan de haarwortel doorgekleurd zijn. Geen geringe opgave voor de fokkers, omdat de onderkant van de haren van tabby's vaak grauwgrijs van kleur is. Een tweede moeilijkheid bij deze kleur is de oogkleur. Deze moet nl. geel of oranje van kleur zijn en niet groen.

 

Red Tabby

Olga van Beek van cattery Eldoria fokte in de jaren zeventig al red tabby katten. Als ze op de tentoonstellingen aanwezig was met haar katten of met een nest, bezocht ik haar kooi altijd.

Ondanks de vele teleurstellingen die ze ondervond, omdat ze haar kittens bijna niet kwijt kon voor redelijke prijzen, hield ze vol.

De redtabby moet een dieprode tabbytekening vertonen op een crème ondergrondkleur.Ook de redtabby dient een gele of oranje oogkleur te hebben.

 

Particolours

Mw. de Kok- Embregts van cattery van d'Ekster liet haar bonte huispoes Vlekje dekken door de Perzische kater Banjo van Hoog-Moersbergen. Uit deze combinatie werd in 1975 de particolour blauw/crème met wit poes Matilda van d'Ekster geboren. Zij werd de stammoeder van vele mooie particolours.

Een particolour Brit vertoont niet alleen een wit vlekje of een wit medaillonnetje, maar mooi over het lichaam verdeeld wit in combinatie met een andere kleur. Ze komen voor in alle effen kleuren en alle tabby's met wit. De bekendste combinaties zijn: blauw-wit, crème-wit en blauw-crème-wit. De verdeling van het wit en de hoeveelheid wit zijn voor tentoonstellingdieren heel belangrijk (zie standaard), zodat het fokken van een perfect exemplaar niet eenvoudig is.

De oogkleur van deze groep is geel of oranje, behalve bij de silvertabby's met wit.

 

Colourpoints

De Siamese aftekening gecombineerd met het type van de Brit en de echte Britse vachtkwaliteit is een schitterende kat!

De eerste colourpoint Brit, Joery Cabrioles de Santanoe, was een toevalstreffer, maar wel een hele mooie! Uit twee Britten, die recessief de pointsfactor droegen omdat ze in de voorouders een Perzische colourpoint hadden, kwam Joery als gelukstreffer tevoorschijn. Lidia Kenter van cattery de Santanoe en Henny Bok van cattery Cabriole waren verantwoordelijk voor de verschijning van Joery. Joery was zo mooi, dat hij het tot European Champion bracht.

Inmiddels is de colourpoint Brit een veel voorkomende verschijning op shows. En wat is een perfecte colourpoint Brit mooi met zijn prachtige, stralend blauwe ogen, zijn stevig blank lijf en prachtige gekleurde points!

Hij komt voor in vele pointkleuren, ook tortiepoint, redpoint en zelfs silverpoints.

 

Ziekten

Hoewel de Brit over het algemeen een gezonde kat is, komen er toch een aantal problemen bij het ras voor.

 

1. Patella Luxatie

Enige jaren geleden werd ontdekt, dat Britten uit bepaalde lijnen plotseling kreupel werden. Bij onderzoek bleek, dat de knieschijf was ontwricht, als gevolg van een erfelijke afwijking. Met behulp van röntgenonderzoek heeft men kunnen uitzoeken, welke dieren last van dit euvel hadden. Inmiddels zijn alle dieren die uit verdachte families kwamen van de fok uitgesloten.

 

2. P.K.D. (Polycystic Kidney Disease)

Een veel voorkomende aandoening bij de Pers; omdat er zoveel Perzen zijn ingefokt om het type van de Brit te verbeteren, is het niet denkbeeldig dat deze ziekte ook bij Britten voorkomt.

P.K.D. is een erfelijke nierziekte, die zich manifesteert met cysten op de nieren. Door echografie kan een radioloog die hiervoor opgeleid is, die cyste zichtbaar maken. Door deze cyste kunnen de nieren minder goed gaan functioneren en de kat kan door nierfalen vroegtijdig sterven. Katten, zowel poezen als katers, moeten daarom voordat men met ze gaat fokken, op P.K.D. worden onderzocht.

 

3. F.N.I. (Feline Neonatale Isoerytholysie)

Net als mensen hebben katten verschillende bloedgroepen.

Soms passen de bloedgroepen van de ouderdieren niet bij elkaar, met het gevolg, dat de kittens al enkele dagen na de geboorte sterven. Ze vertonen o.a. bloedarmoede, geelzucht en zwakte; vaak willen ze ook niet drinken. Het is van belang dat de bloedgroepen van zowel kater als poes bekend zijn, voordat men met ze gaat fokken. Men kan met deze wetenschap gevaarlijke combinaties voorkomen.

 

4. H.C.M. (Hypertrofische CardioMyopathie)

Dit betreft een ziekte van de hartspier. Het hart is normaal in aanleg, maar de stuctuur en de dikte van de hartwand zijn niet in orde. HCM kan erfelijk zijn (autosomaal dominant). Het is van belang dat fokpoes en fokkater op HCM worden onderzocht door speciaal opgeleide radiologen met speciale apparatuur. Verder is het van belang, dat overleden katten op HCM worden onderzocht.

 

Standaard Brits Korthaar (GCCF standaard)

 

Algemeen

De Brits Korthaar is een compact gebouwde, robuuste kat met een ronde kop, brede borst en een in verhouding vrij kort massief lichaam.

Kop

Ronde kop met volle wangen en een brede, ronde schedel. De beenstructuur geeft de kop een rond aanzien. Geen pinch of vierkante snuit. Van voren gezien is de neus kort, breed en recht. Van opzij gezien vertoont de kop een afgerond voorhoofd overgaand in een korte, rechte neus. Deze overgang vertoont een lichte welving: hij mag niet te geprononceerd zijn. Volle, stevige en brede kin. Sluitend gebit. De lijn van de neuspunt tot de punt van de kin is recht.

Oren

Klein, breed aan de basis en afgerond aan de bovenzijde, zodanig ver uit elkaar geplaatst dat ze de ronde contouren van de kop niet verstoren. De buitenkant van de oorschelp is goed behaard, de binnenkant niet te overvloedig.

Ogen

Groot, rond en goed geopend; ver uit elkaar en horizontaal geplaatst.

Nek

De nek is kort en dik.

Lichaam

Compact lichaam met een brede, diepe borst en een korte, rechte rug: laag op de poten. De romp is even massief als de schouders. Middelgroot tot groot lichaam.

Poten en voeten

Poten: kort, recht en stevig. Forse ronde voeten.

Staart

Stevige vrij korte staart, breder aan de basis dan aan het ronde uiteinde.

Vacht

Een korte, stevige aanvoelende vacht, dicht ingeplant en veerkrachtig. De ondervacht is slechts iets korter dan de bovenvacht.

Oogkleur

Koperkleurig: oranje of intens goudkleurig.

Effen wit: ook blauw of odd-eyed.

Silvertabby's: groen of hazelnootkleurig.

Black silver tipped / shaded en golden tipped / shaded: groen.

Overige kleuren: silver tipped/shaded: koperkleurig, oranje of intens goudkleurig.

Colourpoints: duidelijk helder blauw, hoe donkerder hoe beter.

Puntenverdeling Effen Tabby's
Kop en oren 20 25
Ogen 10 10
Nek en lichaam 25 20
Poten en voeten    
Staart 10 5
Vachtstructuur 20 40
Vachtkleur 15 kleur en aftekening

Niet toegestaan

Geen goed sluitend gebit.

Te lange of pluizige vacht bij volwassen dieren.

Stop in het profiel.

Plat gezicht.

Wipneus.

Fout

Te lange vacht.

Zachte vacht.

Te zware welving in het profiel.

Zwakke kin.

Te sterk ontwikkelde snorhaarkussens.

 

Effen

Vachtkleur: De vacht is egaal van kleur zonder ghostmarking en goed doorgekleurd: vrij van witte haren.

Niet toegestaan

Geen egale vachtkleur.

Duidelijke ghostmarking.

Geen correcte oogkleur.

Ogen met andersgekleurde ring of vlekken.

 

Wit

Vachtkleur: Wit zonder gelige zweem. Neusleer en voetzool zwart.

Niet toegestaan

Gekleurde kopvlek(ken) bij volwassen dieren.

 

Zwart

Vachtkleur: Gitzwart. Neusleer en voetzolen zwart.

Fout

Roestige bruine zweem, alleen bij kittens toegestaan.

 

Chocolate

Vachtkleur: Warm chocoladekleurig, neusleer en voetzolen chocolate of roze.

 

Blauw

Vachtkleur: Licht tot middelblauw. Neusleer en voetzolen blauw.

Niet toegestaan

Zware zilvertipping.

Fout

Zilvertipping bij volwassen dieren.

 

Lilac

Vachtkleur: Rozeachtig grijs. Neusleer en voetzolen: rozegrijs.

 

Rood

Vachtkleur: Diep warm rood. Neusleer en voetzolen roze.

 

Crème

Vachtkleur: Koele tint crème. Neusleer en voetzolen roze.

Voor Rood en Crème geldt: zo weinig mogelijk tabby-tekening, en een weinig sproeten toegestaan.

 

Bi-colour/Parti-colour

De hoeveelheid wit bedraagt bij voorkeur tenminste eenderde of ten hoogste de helft.

Symmetrie van de verdeling is gewenst, het liefst met gekleurde gedeelten op de schedel, oren, wangen, staart, poten en flanken.

Niet toegestaan

Te veel wit.

Geen correcte oogkleur.

Andersgekleurde vlekken in het oog bij volwassen dieren.

Fout

Ghostmarking.

Brindle, verspreide witte haren in de gekleurde gedeelten.

Niet correcte hoeveelheid wit.

 

Smoke

De smoke is de effen zilver variëteit. De haren zijn bij de inplant zilverwit.

Niet toegestaan

Ghostmarking bij volwassen dieren.

Geen correcte oogkleur of andersgekleurde vlekken in het oog, bij volwassen dieren.

Fout

Ghostmarking.

Witte of zilveren dekharen.

Onvoldoende contrast tussen het zilver en het gekleurde gedeelte van het haar.

 

Tabby's

Voor de beschrijving van de aftekening zie het algemene gedeelte, dat voor de blotched en de mackerel tabby geldt.

Niet toegestaan

Geen duidelijke tekening of te veel agoetiharen die de tekening verdoezelen.

Geen correcte oogkleur of andersgekleurde vlekken in het oog bij volwassen dieren.

Wit, uitgezonderd kin en lippen.

Ernstige patroonfouten.

Fout

Geen gelijkmatige grondkleur.

Een totaal gekleurde aalstreep bij volwassen dieren.

Spots, die aan elkaar vast zitten.

Strepen.

Geen egale grondkleur.

 

Tipped

Voor beschrijving: zie algemeen gedeelte.

Niet toegestaan

Tabby tekening bij volwassen dieren.

Onvoldoende rood of crème bij volwassen tortie tippeds.

Afwezigheid van rood of crème bij tortie tipped kittens.

Geen correcte oogkleur of anders gekleurde vlekken in het oog bij volwassen dieren.