Brits Langhaar

 

Door Ineke den Hollander

 

Zoals u misschien al gehoord heeft, heeft het FNK besloten de procedure op te starten voor de erkenning van de Brits Langhaar. Dat betekent dat er nu ook toestemming is om doelgericht de Brits Langhaar te fokken om straks aan de erkennings-eisen te kunnen voldoen.

 

Deze beslissing heeft een aantal gevolgen voor het Stamboek, waarmee u ook te maken kunt krijgen.

De werkwijze die ik ga hanteren, is dezelfde als die bij de Siamezen en Balinezen, de Oosters Kortharen en Mandarins, de Abessijnen en Somali’s, de Blauwe Russen en Nebelungen enzovoort.

 

Eerst een stukje genetica

 

Een kat wordt genetisch gekenmerkt door het totale aantal genen, dat hij van zijn ouders heeft geërfd (het genotype). Zijn uiterlijk noemt men het fenotype.

Voor bijna alle genetische eigenschappen geldt, dat zij bepaald worden door een genenpaar, dat correspondeert met elkaar en waarvan er een is gegeven door de vader en een door de moeder van de kat. In de eicel en in de zaadcel bevindt zich één gen van al die eigenschappen, die zich in het nieuwe wezentje koppelen tot een nieuw genenpaar, zodat er weer een compleet kitten ontstaat met zijn eigen genetische eigenschappen.

Is zo’n gen van beide ouders gelijk, dan noemen we deze kat homozygoot voor deze eigenschap. Is het gen van de ouders verschillend, dan noemen we deze kat heterozygoot voor deze eigenschap.

Daarnaast kan het ene gen van een genenpaar dominant zijn, wat wil zeggen dat dit zichtbaar is in het uiterlijk van een kat, terwijl het andere recessief is, wat wil zeggen dat het niet zichtbaar is in combinatie met een dominant gen. Een recessief gen wordt pas zichtbaar, wanneer het corresponderende gen ook recessief is.

Een voorbeeld met een kleurtje:

Heeft een kat een gen voor zwart van beide ouders, dat is deze kat zwart van uiterlijk en homozygoot voor zwart.

Heeft een kat een gen voor zwart van de ene ouder en een gen voor blauw van de andere ouder, dan is deze kat ook zwart van uiterlijk , maar draagt hij een verdunning voor blauw. Deze kat noemen we heterozygoot.

Heeft een kat van beide ouders een gen voor blauw, dan is deze kat blauw van uiterlijk en homozygoot voor blauw.

Dominante kenmerken worden in de genensymbolen weergegeven met een hoofdletter, recessieve kenmerken met een kleine letter.

 

Haarlengte

 

Zoals bij bovenstaand voorbeeld ( met betrekking tot kleur, red.) werkt de genetica ook bij de haarlengte. Korthaar (L) is dominant over langhaar (l).

Een kat die korthaar is, kan homozygoot korthaar zijn (LL), wat betekent, dat hij twee genen voor korthaar heeft. Maar een korthaar kat kan ook een gen voor korthaar en een gen voor langhaar dragen (Ll), zonder dat dit invloed heeft op zijn uiterlijk.

Een langhaar kat heeft twee recessieve genen voor langhaar (ll).

Een iets kortere of langere vacht, het verschil dat we kennen binnen de Brittenpopulatie, heeft hiermee niets te maken. Dat is een kwestie van polygenen. Die zorgen dat een vacht of superkort, of gemiddeld, of iets langer is bij de kortharen. Bij de langharen zorgen ze voor een ‘pluis’ tot een kat met een superlange vacht.

 

Het recessieve gen kan – wanneer het steeds gecombineerd wordt met het dominante gen – vele generaties lang verborgen meeliften in het genenpakket van een kat zonder zichtbaar te worden, tot de kat uiteindelijk wordt gepaard aan een kat die ook dit recessieve gen draagt. Dan wordt het plots zichtbaar.

 

De Brits Korthaar en de Brits Langhaar

 

Nu de Brits Langhaar in beeld komt, wordt het belangrijk om de genetische kenmerken van de Brits Korthaar wat betreft de haarlengte duidelijk weer te geven.

Zoals boven beschreven kan de ene Brits Korthaar homozygoot en de andere heterozygoot zijn voor wat betreft zijn haarlengte. De heterozygote kat noemen we Variant.

Wanneer een homozygote Brits Korthaar gekruist wordt met een Brits Langhaar, dan komen daaruit allemaal heterozygote kittens met het genetische symbool Ll, die uiterlijk korthaar zijn. Dit zijn dus Varianten. Zij krijgen immers altijd een korthaar-gen van de ene ouder en een langhaar-gen van de andere ouder.

Wanneer een Brits Korthaar, die de langhaarfactor draagt, wordt gekruist met een Brits Langhaar, dan kunnen daaruit korthaar kittens geboren worden (Ll) én langhaar kittens (ll).

Verparen we twee Brits Kortharen aan elkaar, waarvan wij weten, dat één wel de langhaarfactor draagt (Ll) en de ander homozygoot korthaar is (LL), dan worden daaruit alleen korthaar kittens geboren, waarvan wij niet weten of ze homozygoot korthaar zijn of heterozygoot. Dat is afhankelijk van welk gen het corresponderende gen treft.

Fokken we een nest met twee Brits Kortharen, waarvan we de genetische eigenschap wat betreft haarlengte niet kennen, dan nemen we aan dat daaruit enkel kortharen geboren worden. Toch kunnen er langhaar kittens in het nest zitten,

waaruit dan blijkt dat beide ouders een gen voor langhaar dragen. Deze ouders zijn dan dus allebei Variant.

 

Wat betekent dit voor het Stamboek en uw stambomen of afstammingsbewijzen?

 

Aangezien de erkenningsprocedure voor de Brits Langhaar nu is begonnen, ga ik ook de volgende veranderingen meteen invoeren:

 

Voor het fokken van Brits Langhaar is alleen de kruising met de Brits Korthaar toegestaan. Voor deze kruising hoeft u geen toestemming aan te vragen.

De kruising met Perzisch Langhaar en Exotic Shorthair is niet toegestaan.

De Brits Langharen (tot nu toe Langhaar Brits type) krijgen een afstammingsbewijs tot de erkenning van het ras een feit is. Daarna krijgen zij stambomen.

 

Wanneer uit de ouders (één langhaar ouder) of uit de langhaar-nakomelingen van een Brits Korthaar, genetisch blijkt dat deze kat de langhaarfactor draagt (Ll) en dus Variant is, dan wordt in het stamboek aan zijn ras en kleur ‘var’ toegevoegd. Dat wordt dan bijvoorbeeld Brits Korthaar (var.) blauw, EMS-code BRI(v) a. Dit komt dus bij zijn of haar nakomelingen op de stamboom te staan. De stamboom van de kat zelf behoeft niet gewijzigd te worden.

Deze maatregel zorgt ervoor dat de genetische eigenschappen van de kat zo exact mogelijk worden weergegeven op de stambomen, zodat iedere fokker zo nauwkeurig mogelijk zijn keuze kan doen wat betreft de te verwachten kittens uit een combinatie.

Fokkers, die geen langhaar wensen in hun lijnen, zullen een andere combinatie kiezen; fokkers van de Brits Langhaar zullen juist enthousiast zijn, de meeste fokkers zal het niet uitmaken.

 

Dit alles heeft natuurlijk niets te maken met de kwaliteit van de kat. Die wordt niet bepaald door afstammingsbewijs of stamboom en ook niet door wel of geen langhaarfactor. Die wordt zoals altijd bepaald door de mate waarin de kat qua uiterlijk voldoet aan de standaard voor de Brits Korthaar. Door het infokken van Perzen in ons Brittenbestand is het type van de Brit verbeterd en zijn nieuwe kleurtjes ontwikkeld. Dat daarbij de langhaarfactor is meegekomen, is geen probleem, maar een bijkomend verschijnsel. Zolang genetische factoren geen invloed hebben op de gezondheid van onze Britten, maakt het niet uit of ze langhaar of korthaar zijn, zeker niet nu aan de erkenning van de Brits Langhaar wordt gewerkt. De zo geliefde Brits Korthaar krijgt er straks een erkend langhaar broertje of zusje bij. Dat is voor sommige fokkers net zo wennen als vroeger een nieuw zusje of broertje erbij in ons ouderlijk huis, maar

uiteindelijk zijn we van dat nieuwkomertje allemaal ook gaan houden.

 

Hebt U nog vragen over deze veranderingen, dan kunt U – zoals gebruikelijk – altijd bij mij terecht.